zeshonderdvierendertig

Nederlands

0634
zeshonderdvierendertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·hon·derd·vier·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zeshonderdvierendertig

  1. "634", het getal tussen zeshonderddrieëndertig en zeshonderdvijfendertig, zeshonderd plus vierendertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen zeshonderdvierendertig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer zeshonderdvierendertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • zeshonderdvierendertigste

hooftelwoorden samengesteld met "zeshonderdvierendertig" ht als linkerdeel

  • zeshonderdvierendertigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord zeshonderdvierendertig zeshonderdvierendertigs
verkleinwoord zeshonderdvierendertigje zeshonderdvierendertigjes

Zelfstandig naamwoord

zeshonderdvierendertig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 634 is aangeduid
    • Als jij zeshonderdvierendertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

zeshonderdvierendertig mv

  1. groep van 634 eenheden
    • Die zeshonderdvierendertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zeshonderdvierendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.