wolkbreuk
Nederlands
Woordafbreking
- wolk·breuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wolk en breuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wolkbreuk | wolkbreuken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wolkbreuk v/m
- (meteorologie) zeer heftige stortbui die tot overstroming leidt
- Maar ja, vroeger leefde mijn vader nog en in het oude stadionnetje waar Vitesse vroeger speelde kon je in de pauze geen kant op. De keer in de voorbereiding tegen Feyenoord dat een wolkbreuk de witte pakjes van de majorettes op het veld doorzichtig maakte. Internet bestond nog niet, een blote tiet was nog wat en een stuk of veertig tegelijkertijd was misschien wel te veel. De supporters klommen haast over de hekken van geiligheid. Ik stond als verstijfd naast mijn vader te slikken. Er hing een euforische sfeer ineens, vooral ook omdat die majorettes maar door bleven springen. Mijn vader die thuis mijn moeder had zitten en die dus wel wat gewend was legde een hand op mijn schouder toen ze ‘olé-oléé’ begonnen te zingen. [1]
Synoniemen
- hoosbui, plasregen, plensregen, stortregen
Gangbaarheid
- Het woord wolkbreuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wolkbreuk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- NRC
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.