wintersport
Nederlands
Woordafbreking
- win·ter·sport
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van winter en sport
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wintersport | wintersporten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wintersport v / m
Antoniemen
- zomersport
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord wintersport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wintersport' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.