werker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van werken met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord werker werkers
verkleinwoord werkertje werkertjes

Zelfstandig naamwoord

werker m [1]

  1. iemand die werkt
  2. iets om op of mee te werken bijv. een hoogtewerker
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord werker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.