werkeloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wer·ke·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van werk met het invoegsel -e- met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen werkelooswerkelozerwerkeloost
verbogen werkelozewerkelozerewerkelooste
partitief werkelooswerkelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

werkeloos [1]

  1. niets doend, niets verrichtend, niet werkend
    • werkeloos toezien (op iets). 
  1. werkloos (informeel)
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord werkeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.