weefsel
Nederlands
Woordafbreking
- weef·sel
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘geweven stof’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
- Naamwoord van handeling van weven met het achtervoegsel -sel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weefsel | weefselen weefsels |
verkleinwoord | weefseltje | weefseltjes |
Zelfstandig naamwoord
weefsel o
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. een dunne geweven stof of textiel
2. een groep van gelijkaardige lichaamscellen die dezelfde functie in een levend organisme vervullen
Gangbaarheid
- Het woord weefsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weefsel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.