web
Nederlands
Woordafbreking
- web
Woordherkomst en -opbouw
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | web | webben |
verkleinwoord | webbetje | webbetjes |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | web | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
web o
- spinnenweb
- (informatica) (verkorting van) world wide web, de HTML-pagina's die met hyperlinks gekoppeld zijn en bereikbaar zijn over het internet
Afgeleide begrippen
|
|
Uitdrukkingen en gezegden
- spin in het web
belangrijk persoon om wie alles en iedereen draait, spilfiguur
Gangbaarheid
- Het woord web staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'web' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.