website

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  website    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈwɛpsajt/
Woordafbreking
  • web·site
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘plaats waar bepaalde informatie zich op internet bevindt’ voor het eerst aangetroffen in 1996 [1]
  • Leenwoord uit het Engels samengesteld uit web en site.
enkelvoud meervoud
naamwoord website websites
verkleinwoord websiteje websitejes

Zelfstandig naamwoord

website v/m

  1. (informatica) een plaats waar zich informatie bevindt op het internet, aangeduid met een URL
    • Welk bedrijf heeft de website voor u gemaakt? 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord website staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

enkelvoud meervoud
website websites

Zelfstandig naamwoord

website

  1. (informatica) website
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.