website
Nederlands
Woordafbreking
- web·site
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘plaats waar bepaalde informatie zich op internet bevindt’ voor het eerst aangetroffen in 1996 [1]
- Leenwoord uit het Engels samengesteld uit web en site.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | website | websites |
verkleinwoord | websiteje | websitejes |
Zelfstandig naamwoord
website v/m
- (informatica) een plaats waar zich informatie bevindt op het internet, aangeduid met een URL
- Welk bedrijf heeft de website voor u gemaakt?
Vertalingen
1. een plaats waar zich informatie bevindt op het internet, aangeduid met een URL
Gangbaarheid
- Het woord website staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'website' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.