webbrowser
Nederlands
Woordafbreking
- web·brow·ser
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van web en browser
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | webbrowser | webbrowsers |
verkleinwoord | webbrowsertje | webbrowsertjes |
Zelfstandig naamwoord
webbrowser m
- (informatica) computerprogramma voor het bezoeken van het internet
- Met een webbrowser kun je websites bezoeken.
Gangbaarheid
- Het woord webbrowser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'webbrowser' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.