vreten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vre·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(gulzig) eten’ voor het eerst aangetroffen in 1437 [1]
  • Komt van ver-eten, afgeleid van eten met het voorvoegsel ver- [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vreten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

vreten o

  1. voer voor dieren
  2. (informeel) voedsel
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vreten
vrat
gevreten
klasse 5 volledig

Werkwoord

vreten [3][4]

  1. overgankelijk (informeel) (van personen) het nuttigen van voedsel op een meestal onbeleefde wijze
    • Zit toch niet zo asociaal te vreten! 
  1. overgankelijk (van dieren) eten
  2. overgankelijk in grote hoeveelheid gebruiken
    • Deze motorfiets vreet kettingen. 
  1. absoluut een aanhoudend toenemende en pijnlijke lichamelijke of psychische gewaarwording veroorzaken
    • Dit blijft aan mij vreten. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vreten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.