vrat
Nederlands
Woordafbreking
- vrat
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vreten |
vrat
- enkelvoud verleden tijd van vreten
- Ik vrat.
- Jij vrat.
- Hij, zij, het vrat.
- Ik vrat.
Gangbaarheid
- Het woord vrat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vrat' herkend door:
61 % | van de Nederlanders; |
43 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.