vracht

Nederlands

Uitspraak

Geluid: vracht (hulp, bestand)
IPA:
- (Noord-Nederland): /vrɑχt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /vrɑxt/

Woordafbreking

vracht

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘lading, last’ voor het eerst aangetroffen in 1286 [1] [2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vracht	vrachten
verkleinwoord	vrachtje	vrachtjes

Zelfstandig naamwoord

vracht m

de lading van een vervoermiddel

Hyponiemen

chartervracht, karrenvracht, maatvracht, overvracht, retourvracht, scheepsvracht, wagenvracht, zeevracht

Afgeleide begrippen

vrachtafhandeling
vrachtauto
vrachtboot
vrachtbrief
vrachteenheid
vrachter

vrachtgeld
vrachtgoed
vrachtlijst
vrachtloon
vrachtovereenkomst
vrachtprijs
vrachtrijder

vrachtruimte
vrachtschip
vrachttarief
vrachttram
vrachtvaarder
vrachtvaart
vrachtvaartuig

vrachtverdeling
vrachtverkeer
vrachtvervoer
vrachtvliegtuig
vrachtvlucht
vrachtvrij
vrachtwagen

Verwante begrippen

cargo, goederen, lading, last, scheepslading, vervoer

Vertalingen

1. de lading van een vervoermiddel

Duits: Fracht ^(de) v
Engels: freight ^(en), , cargo ^(en), charge ^(en), load ^(en)
Frans: charge ^(fr) v, chargement ^(fr) m, cargaison ^(fr) v

Russisch: груз ^(ru) m
Spaans: carga ^(es) v, cargamento ^(es) m

Gangbaarheid

Het woord vracht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vracht' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.