vormsel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vormsel    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈvɔrəmsəl/
Woordafbreking
  • vorm·sel
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vormen met het achtervoegsel -sel, in de betekenis van ‘een sacrament’ voor het eerst aangetroffen in 1410 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord vormsel vormsels
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

vormsel o

  1. (religie) (christendom) sacrament waardoor een gedoopte de kracht van de Heilige Geest ontvangt om zijn geloof standvastig te kunnen belijden
    • De meeste kinderen worden gedoopt als ze een baby zijn en doen hun eerste heilige communie als ze zeven of acht jaar zijn. De gebruikelijke leeftijd om het vormsel te ontvangen is twaalf of dertien jaar. [2]
Synoniemen
Hyperoniemen
  • initiatiesacrament
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vormsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.