sacrament
Nederlands
Woordafbreking
- sa·cra·ment
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘(r.-k.) wijding’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sacrament | sacramenten |
verkleinwoord | sacramentje | sacramentjes |
Vertalingen
1. plechtige gebeurtenis in de katholieke kerk
Gangbaarheid
- Het woord sacrament staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sacrament' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Engels
Zelfstandig naamwoord
sacrament
- sacrament
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.