volt
Nederlands
Woordafbreking
- volt
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘eenheid van spanning’ voor het eerst aangetroffen in 1894 [1]
- Vernoemd naar Alessandro Volta (1745-1827), Italiaans natuurkundige
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volt | volts |
verkleinwoord | voltje | voltjes |
Zelfstandig naamwoord
volt m
- (natuurkunde), (elektronica), (eenheid) de SI-basiseenheid van elektrische spanning, weergegeven met symbool V
- De elektrische spanning (symbool: U) wordt uitgedrukt in de eenheid volt (symbool: V).
Opmerkingen
- elekronvolt is een geheel andere eenheid
Afgeleide begrippen
eenheden van volt in het Nederlands (nld) |
---|
yoctovolt • zeptovolt • attovolt • femtovolt • picovolt • nanovolt • microvolt • millivolt • centivolt • decivolt • volt • decavolt • hectovolt • kilovolt • megavolt • gigavolt • teravolt • petavolt • exavolt • zettavolt • yottavolt |
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vollen |
volt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vollen
- Jij volt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vollen
- Hij volt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van vollen
- Volt!
Gangbaarheid
- Het woord volt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'volt' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.