voetganger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voet·gan·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van voet en gang met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord voetganger voetgangers
verkleinwoord voetgangertje voetgangertjes

Zelfstandig naamwoord

voetganger m

  1. (verkeer) iemand die zich te voet door het verkeer verplaatst
    • Er is recentelijk weer een voetganger aangereden. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord voetganger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.