voetgangersbrug
![](../I/m/Over_A12_naar_Ekerse_Putten_-_panoramio.jpg)
1. constructie om gemakkelijk naar de andere kant van een weg te lopen
Nederlands
Woordafbreking
- voet·gan·gers·brug
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voetganger zn en brug zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voetgangersbrug | voetgangersbruggen |
verkleinwoord | voetgangersbrugje voetgangersbruggetje |
voetgangersbrugjes voetgangersbruggetjes |
Zelfstandig naamwoord
voetgangersbrug m/v
- (verkeer) constructie om gemakkelijk naar de andere kant van een water, diepte of weg te lopen
- In Katwijk is een tijdelijke voetgangersbrug ingestort nadat een kiepwagen tegen de constructie reed. [1]
Gangbaarheid
- Het woord voetgangersbrug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.