vierhonderdnegenenzestig

Nederlands

0469
vierhonderdnegenenzestig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·hon·derd·ne·gen·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

vierhonderdnegenenzestig

  1. "469", het getal tussen vierhonderdachtenzestig en vierhonderdzeventig, vierhonderd plus negenenzestig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen vierhonderdnegenenzestig euro en zevendertig cent. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer vierhonderdnegenenzestig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • vierhonderdnegenenzestigste

hooftelwoorden samengesteld met "vierhonderdnegenenzestig" ht als linkerdeel

  • vierhonderdnegenenzestigduizend
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord vierhonderdnegenenzestig vierhonderdnegenenzestigs
verkleinwoord vierhonderdnegenenzestigje vierhonderdnegenenzestigjes

Zelfstandig naamwoord

vierhonderdnegenenzestig v / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 469 is aangeduid
    • Als jij vierhonderdnegenenzestig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

vierhonderdnegenenzestig mv

  1. groep van 469 eenheden
    • Die vierhonderdnegenenzestig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'vierhonderdnegenenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.