veulen
Nederlands
Woordafbreking
- veu·len
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘jong paard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 701 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veulen | veulens |
verkleinwoord | veulentje | veulentjes |
Zelfstandig naamwoord
veulen o
- (zoogdieren) (paardrijden) een jong van bepaalde hoefdieren als het paard, de ezel, de kameel en de zebra
- Iedereen was dolblij toen het veulen geboren werd.
Vertalingen
1. een jong van bepaalde hoefdieren als het paard, de ezel, de kameel en de zebra
|
|
Gangbaarheid
- Het woord veulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'veulen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.