verzolen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zo·len
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zool met het voorvoegsel ver-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzolen
verzoolde
verzoold
zwak -d volledig

Werkwoord

verzolen overgankelijk

  1. (leerbewerking) de zool van een schoen vervangen
    • Ik heb deze schoenen laten verzolen. 
  1. (techniek) het loopvlak van een autoband vervangen
    • Er waren nog enkele verzoolde achterbanden te koop. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verzolen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.