versterker
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ster·ker
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van versterken met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | versterker | versterkers |
verkleinwoord | versterkertje | versterkertjes |
Zelfstandig naamwoord
versterker m
- een middel waarmee een toename in aantal, of een krachtiger effect wordt bereikt
- Een megafoon is een versterker van geluid.
- (elektronica) een schakeling van elektronische componenten die een toegevoerd signaal in spanning doet toenemen
- Een versterker dient het signaal te vergroten, zonder het te vervormen of er stoorsignalen aan toe te voegen.
Synoniemen
- [1] vergroter
Antoniemen
- [1,2] verzwakker, demper
Hyponiemen
|
Vertalingen
1. versterker
1. signaalversterker
Gangbaarheid
- Het woord versterker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'versterker' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.