demper
Nederlands
Woordafbreking
- dem·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demper | dempers |
verkleinwoord | dempertje | dempertjes |
Zelfstandig naamwoord
demper m [1]
- toestel om de trek in de kachels of onder ketels te temperen
- (muziek) geluiddemper
- knalpot, uitlaatdemper
- (techniek) inrichting om de uitslingering van een dynamisch systeem te dempen
- (techniek) schokdemper
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- demperwikkeling
Gangbaarheid
- Het woord demper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'demper' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Noors
Woordafbreking
- dem·per
Naar frequentie | 19779 |
---|
Afgeleide begrippen
- demper ned
- demper seg
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.