megafoon
Nederlands
Woordafbreking
- me·ga·foon
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘versterkende geluidstrechter’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
- gevormd met het voorvoegsel mega- en met het achtervoegsel -foon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | megafoon | megafoons (megafonen) |
verkleinwoord | megafoontje | megafoontjes |
Zelfstandig naamwoord
megafoon m
- grote geluidstrechter om de menselijke stem te versterken, tegenwoordig vaak met elektronische versterking
Gangbaarheid
- Het woord megafoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'megafoon' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.