megafoon

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • me·ga·foon
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘versterkende geluidstrechter’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • gevormd met het voorvoegsel mega- en met het achtervoegsel -foon
enkelvoud meervoud
naamwoord megafoon megafoons
(megafonen)
verkleinwoord megafoontje megafoontjes

Zelfstandig naamwoord

megafoon m

  1. grote geluidstrechter om de menselijke stem te versterken, tegenwoordig vaak met elektronische versterking
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord megafoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.