vereffenen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ef·fe·nen
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vereffenen [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vereffenen |
vereffende |
vereffend |
zwak -d | volledig |
- het betalen van rekeningen en schulden
- Hij vereffende zijn schulden altijd zo snel als maar mogelijk was.
- oplossen
- Na een goed gesprek hadden zijn hun conflict vereffend.
Gangbaarheid
- Het woord vereffenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vereffenen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.