vereffende
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ef·fen·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vereffenen |
vereffende
- enkelvoud verleden tijd van vereffenen
- Ik vereffende.
- Jij vereffende.
- Hij, zij, het vereffende.
- Ik vereffende.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.