reguleren
Nederlands
Woordafbreking
- re·gu·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘regelmatig maken’ voor het eerst aangetroffen in 1451 [1]
- afgeleid van het Franse réguler met het achtervoegsel -eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
reguleren |
reguleerde |
gereguleerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
reguleren
- overgankelijk aan oplegging van regels of besturing onderwerpen en het uitoefenen van toezicht op het uitvoeren hiervan
- Deze knop reguleert de intensiteit van de straling.
Afgeleide begrippen
- deregulatie, deregulering, regulateur, regulatie, regulator, reguleerbaar, reguleerkraan, reguleerventiel, regulering
Gangbaarheid
- Het woord reguleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'reguleren' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.