veldwachter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veld·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veldwachter veldwachters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

veldwachter m [1]

  1. (beroep) (geschiedenis) (voor 1945:) een ordehandhaver in de kleinere gemeenten op het platteland
    • Misschien is de naam veldwachter wel onstaan omdat hij toezicht hield onder andere om te controleren of er geen distels groeiden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • rijksveldwachter
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord veldwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.