veldwachter
Nederlands
Woordafbreking
- veld·wach·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van veld zn en wachter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veldwachter | veldwachters |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
veldwachter m [1]
- (beroep) (geschiedenis) (voor 1945:) een ordehandhaver in de kleinere gemeenten op het platteland
- Misschien is de naam veldwachter wel onstaan omdat hij toezicht hield onder andere om te controleren of er geen distels groeiden.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- rijksveldwachter
Gangbaarheid
- Het woord veldwachter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'veldwachter' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.