gendarme
Nederlands
Woordafbreking
- gen·dar·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘rijkswachter in België’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gendarme | gendarmen gendarmes |
verkleinwoord | - | - |
Gangbaarheid
- Het woord gendarme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gendarme' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.