velaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ve·laar
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘klank geproduceerd door contact met het zacht gehemelte’ voor het eerst aangetroffen in 1902 [1]
  • van het Latijnse 'velum' (sluier) [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord velaar velaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

velaar m

  1. (taalkunde) spraakklank die tegen het zachte gehemelte gevormd wordt
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
stellend
onverbogen velaar
verbogen velare

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk naamwoord

velaar [3]

  1. (taalkunde) (van spraakklanken) gevormd tegen het zachte gehemelte
Synoniemen
  • postpalataal
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord velaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
11 %van de Nederlanders;
8 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.