palataal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·la·taal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gehemelte-’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • van het Latijnse 'palatum' (gehemelte) met het achtervoegsel -aal [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord palataal palatalen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

palataal v / m [3]

  1. letter die gevormd wordt door articulatie tegen het harde verhemelte, de 'o' en de 'n'
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen


stellendvergrotendovertreffend
onverbogen palataalpalatalerpalataalst
verbogen palatalepalatalerepalataalste
partitief palataalspalatalers-

Bijvoeglijk naamwoord

palataal [4]

  1. gevormd door articulatie tegen het harde verhemelte
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord palataal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
31 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.