ultra

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ul·tra
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bijwoord: verder dan, aan gene zijde van, zeer’ voor het eerst aangetroffen in 1574 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ultra ultra's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

ultra v / m

Bijwoord

ultra m [3]

  1. extremist [4]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ultra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Latijn

Voorzetsel

ŭltrā + accusatief

  1. voorbij
  2. aan de andere kant van
  1. «Ultra Padum.»
    Aan de overkant van de Po.
  2. meer dan
Synoniemen
Antoniemen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.