voorbij

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·bij
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van richting’ voor het eerst aangetroffen in 1267 [1]
  • samenstelling van  voor   en  bij   [2]
stellend
onverbogen voorbij
verbogen voorbije
partitief voorbijs

Bijvoeglijk naamwoord

voorbij

  1. wat al in het verleden ligt
    • In de voorbije jaren waren er grote demonstraties in Teheran, Sjiraz en zelfs Masjhad. 
Vertalingen

Bijwoord

voorbij

  1. bijwoordelijk deel van een scheidbaar werkwoord een bepaald punt passeren
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord voorbij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.