uitvissen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: uitvissen (hulp, bestand)
IPA: /'œytfɪsə(n)/

Woordafbreking

uit·vis·sen

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van uit bw en vissen ww

Werkwoord

uitvissen [1]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
uitvissen	viste uit	uitgevist
zwak -t	volledig

door onderzoek iets te weten komen dat eerst verborgen was

- "En ik krijg het ook lang niet altijd rechtstreeks te horen. Maar op een handige manier kan je dat wel vaak uitvissen,"meent hij. "Dan moet je denken aan lichaamstaal of verholen taalgebruik."[2]

- 'Allemaal roddels', zo reageerde de woordvoerder van Albert, maar die wil koste wat het kost uitvissen wie de mol is in het paleis die zijn Grote Dag wil dwarsbomen.[3]

Synoniemen

nagaan, uitzoeken, oplossen, uitknobbelen, uitkienen, uitdokteren, opsnuffelen, uitvogelen, onderzoeken, uitvinden, uitpluizen

Vertalingen

1.

Engels: research ^(en), investigate ^(en), explore ^(en), examine ^(en), figure out ^(en), dig up ^(en)

Gangbaarheid

Het woord uitvissen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitvissen' herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Het Parool 25 AUGUSTUS 2016 Michael van Praag rekent op helft van stemmen
Het Parool 29 JUNI 2011 Prins Albert vreest nieuwe onthullingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.