uitpluizen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uitĀ·pluiĀ·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitpluizen
ploos uit
uitgeplozen
klasse 2 volledig

Werkwoord

uitpluizen [2]

  1. overgankelijk iets dat niet duidelijk is tot in detail uitzoeken
    • Ik ploos uit hoe de som in elkaar zat. 
Afgeleide begrippen
  • uitpluizer, uitpluizing

Gangbaarheid

  • Het woord uitpluizen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.