uitvogelen
Nederlands
Woordafbreking
- uit·vo·ge·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en vogelen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitvogelen |
vogelde uit |
uitgevogeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
uitvogelen
- Iets uitzoeken, uitdokteren vaak op een meer praktische- en effectieve- dan streng wetenschappelijke manier.
- De organisatie wil uitvogelen welke strategieën effectief zijn om grote groepen mensen te mobiliseren..
Gangbaarheid
- Het woord uitvogelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitvogelen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.