uitstrekken
Nederlands
Woordafbreking
- uit·strek·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en strekken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitstrekken |
strekte uit |
uitgestrekt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
uitstrekken
- zich uitstrekken betekend zich zo lang en breed mogelijk maken uitrekken
- iets kan zich over een bepaalde tijd of plaats uitspreiden.
- De verleiding wordt geflankeerd door een stevige dadelpalm en speelt zich af onder volgeladen vruchtenbomen met dichtbebladerde kronen, die zich over Eva uitstrekken.
- Alle ecosystemen op aarde zijn immers het resultaat van zeer lange ontwikkelingen die zich over honderden miljoenen jaren uitstrekken.
Afgeleide begrippen
- uitstrekking
Gangbaarheid
- Het woord uitstrekken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitstrekken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.