uitslag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitslag    (hulp, bestand)
  • IPA: /'œɪtslɑχ/
Woordafbreking
  • uit·slag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord uitslag uitslagen
verkleinwoord uitslagje uitslagjes

Zelfstandig naamwoord

uitslag m

  1. (sport) (spel) afloop (van een wedstrijd), resultaat (van een onderzoek, een examen of een raadpleging)
    • De uitslag van de wedstrijd was zeer teleurstellend voor de thuisploeg. 
  1. (bouwkunde) aanslag (ten gevolge van vocht op of in een muur) die van binnenuit komt.
  2. (medisch) uiterlijk zichtbare ziekteverschijnselen van de huid
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord uitslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.