uitbarsting
Nederlands
Woordafbreking
- uit·bar·sting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van uitbarsten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitbarsting | uitbarstingen |
verkleinwoord | uitbarstinkje | uitbarstinkjes |
Zelfstandig naamwoord
uitbarsting v
- een plotselinge, felle uiting
- Een uitbarsting was te verwachten, hij werd door iedereen gepest.
- het uitstoten van gassen, rook en lava door een vulkaan
- De uitbarsting van de vulkaan op IJsland was niet voorzien.
Synoniemen
- [2] eruptie
Afgeleide begrippen
- [1] woede-uitbarsting
- [2] vulkaanuitbarsting
Verwante begrippen
- [1,2] barsten, epidemie, razernij, uitbarsten
- [1] exploderen, losbarsten, ontlading, ploffen
Uitdrukkingen en gezegden
- in huilen, tranen, lachen etc. uitbarsten
- op uitbarsten staan, bloemknoppen, zweren etc.
- ergens uitbarsten, woning, kleren etc.
Vertalingen
1. een plotselinge, felle uiting
2. het uitstoten van gassen, rook en lava door een vulkaan
Gangbaarheid
- Het woord uitbarsting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitbarsting' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.