uitscheiden
Nederlands
Woordafbreking
- uit·schei·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van uit en scheiden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitscheiden |
scheed uit, schee uit scheidde uit |
uitgescheden, uitgescheeën uitgescheiden |
klasse 1
zwak -d
|
volledig |
Werkwoord
uitscheiden
- Schei toch uit!
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
uitscheiden |
scheidde uit |
uitgescheiden |
zwak -d
gemengd |
volledig |
Werkwoord
uitscheiden
- overgankelijk een stof het lichaam laten verlaten
- Was wordt door bijen uitgescheiden.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord uitscheiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitscheiden' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.