uitheems
Nederlands
Woordafbreking
- uit·heems
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘buitenlands’ voor het eerst aangetroffen in 1246 [1]
- samenstelling van uit en heem zn met het achtervoegsel -s [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | uitheems | uitheemser | uitheemst |
verbogen | uitheemse | uitheemsere | uitheemste |
partitief | uitheems | uitheemsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
uitheems
- (biologie) van oorsprong ergens niet voorkomend
- Dat is een uitheems kruid in ons land.
Vertalingen
1. van oorsprong ergens niet voorkomend
Gangbaarheid
- Het woord uitheems staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitheems' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.