toestand
Nederlands
Woordafbreking
- toe·stand
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘gesteldheid’ voor het eerst aangetroffen in 1648 [1]
- samenstelling van toe en stand
- Naamwoord van handeling van toestaan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toestand | toestanden |
verkleinwoord | toestandje | toestandjes |
Zelfstandig naamwoord
toestand m
- een geheel van omstandigheden waarin iets of iemand zich bevindt
- De toestand in de wereld is momenteel goed.
- de informatie die men over een systeem moet hebben om het gedrag ervan te kunnen bepalen
- een 10-bits register kan 1024 toestanden aannemen, elke nieuwe toestand volgt uit de huidige en de ingangssignalen
- een ongelukkige situatie (gedoe, gezeur)
- Wat een toestand, zeg!
Verwante begrippen
- constellatie, gesteldheid, hoedanigheid, stand van zaken
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- toestandsvergelijking
Vertalingen
geheel van omstandigheden
Gangbaarheid
- Het woord toestand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toestand' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.