situatie
Nederlands
Woordafbreking
- si·tu·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘positie, toestand’ voor het eerst aangetroffen in 1495 [1]
- Naamwoord van handeling van situeren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | situatie | situaties situatiën |
verkleinwoord | situatietje | situatietjes |
Zelfstandig naamwoord
situatie v
- hoe de zaken er voorliggen, toestand
- Na de staatsgreep is de situatie in het land bijzonder verward.
- ligging
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
- situatief, situatiekomedie, situatieplan, situatieschets, situatietekening
Vertalingen
1. hoe de zaken er voorliggen
Gangbaarheid
- Het woord situatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'situatie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.