tijger

Een tijger.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tijger    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɛiɣər/
Woordafbreking
  • tij·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘katachtige’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tijger tijgers
verkleinwoord tijgertje tijgertjes

Zelfstandig naamwoord

tijger m

  1. (dierkunde) Panthera tigris , een krachtig roofdier met een geelachtige huid en donkere strepen
    • De tijger behoort tot de bedreigde diersoorten. 
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tijger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Werkwoord

vervoeging van
tijgeren

tijger

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijgeren
    • Ik tijger. 
  2. gebiedende wijs van tijgeren
    • Tijger! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tijgeren
    • Tijger je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.