theorie
Nederlands
Woordafbreking
- the·o·rie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘leer, stelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1566 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | theorie | theorieën |
verkleinwoord | theorietje | theorietjes |
Zelfstandig naamwoord
theorie v
Hyponiemen
|
Vertalingen
1. een wetenschappelijk model of uitspraak over waarnemingen in de empirie
Gangbaarheid
- Het woord theorie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'theorie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.