tegenspeler

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • te·gen·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tegenspeler tegenspelers
verkleinwoord tegenspelertje tegenspelertjes

Zelfstandig naamwoord

tegenspeler m

  1. een speler van de tegenpartij
  2. iemand die met een ander samenspeelt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tegenspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.