teef
Nederlands
Woordafbreking
- teef
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wijfjeshond’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | teef | teven |
verkleinwoord | teefje | teefjes |
Zelfstandig naamwoord
teef v
- (dierkunde) een vrouwelijke hond of vos
- Het is een teefje van ongeveer drie maanden.
- (scheldwoord) een scheldwoord voor een meisje of een vrouw
- Hij noemde zijn vrouw soms een teef, wat wij zeer beledigend vonden.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord teef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'teef' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.