reu

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  reu    (hulp, bestand)
  • IPA: //
Woordafbreking
  • reu
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘mannetjeshond’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord reu reuen
verkleinwoord reutje reutjes

Zelfstandig naamwoord

reu m

  1. (zoogdieren) een mannelijke hond
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord reu staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.