tandrad
![](../I/m/Involute_wheel.gif)
Tandraderen
Nederlands
Woordafbreking
- tand·rad
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van tand en rad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tandrad | tandraderen |
verkleinwoord | tandradje tandraadje tandradertje |
tandradertjes |
Zelfstandig naamwoord
tandrad o
- een rond voorwerp voorzien van tanden aan de rand dat in een mechaniek gebruikt wordt voor de overdracht van krachten naar een ander deel ervan
- De tandraderen werden zorgvuldig gesmeerd.
Synoniemen
- kamrad, kamwiel, tandwiel
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
- differentieeltandwiel, kam, kegeltandwiel, krukastandwiel, oliepomptandwiel, planeettandwiel, snelheidsmetertandwiel, tand, tandwielhuis, tandwielpomp, tandwielspeling, tandwieltrein, tandwielwerk, tussenastandwiel
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord tandrad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tandrad' herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.