tandbeen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tand·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord tandbeen -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tandbeen o

  1. het been waaruit tanden voor het grootste deel bestaan
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tandbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.