tanden
Nederlands
Woordafbreking
- tan·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tanden |
tandde |
getand |
zwak -d | volledig |
Hyponiemen
- aftanden, bliktanden, intanden, klappertanden, klippertanden, optanden, uittanden, watertanden
Afgeleide begrippen
- tanding
Uitdrukkingen en gezegden
- Met lange tanden eten.
geen honger hebben, ziek zijn
- Tot de tanden gewapend zijn.
extreem bewapend zijn
Gangbaarheid
- Het woord tanden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tanden' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.